Ik heb deze betrekkelijk eenvoudige foto gekozen om te laten zien hoe je met toonwaarden kunt omgaan en ze zo nodig kunt manipuleren. De schetsen heb ik gemaakt met een 4B potlood met een stompe punt om pietluttig gedetailleer te voorkomen.
Teken eerst de grote omtrekvorm en de oever. Vervolgens heb ik in het “donkere”voorbeeld wat lichte “verrijkingsvormen”getekend waarbij ik niet zozeer op de werkelijkheid heb gelet maar wel op een aangenaam licht patroon dat van links naar rechts over her het beeld loopt. Daarna heb ik met verticale arceringen het donkere silhouet van de stad aangegeven en met lichtere arceringen lucht en water. U ziet dat ik me tot drie toonwaarden heb beperkt: de lichtste om lichtval op gebouwen te suggereren en wat levendigheid in een anders donker, saai silhouet te brengen. Let er ook op dat ik de donkere toon van de brug heb laten opgaan in de totaliteit van het onderwerp (in het tweede voorbeeld heb ik hem het woord gegeven). Tenslotte merk ik op dat de minaretten en de suggestie van toegevoegde boot als verbindende elementen tussen hoofdmotief en lucht resp. water dienen. De voorstelling zou anders te veel uit drie losstaande vormen bestaan: lucht, hoofdmotief en water.
In het tweede voorbeeld is hetzelfde motief vertaald in een achtergrond in halftoon, lichte tonen voor lucht en water, terwijl de focus hier op de gesuggereerde brug is gericht die dan ook het grootste tooncontrast krijgt. Ook hier zijn als verbindende elementen een paar verticalen aangebracht, niet omdat het zo leuk staat maar omdat het onderwerp daarom vraagt(de scheiding tussen brug en water zou anders te hard worden). Als we nu zo’n voorbeeld aan de hand van de schetsen in aquarellen uitwerken, kun je daar” je vingers bij aflikken, om de woorden van Rutte te gebruiken. Maar zover zijn we nog lang niet. U zult nog veel meer over toonwaarden moeten weten om verdienstelijk werk te kunnen maken, niet één keertje per ongeluk, maar keer op keer, omdat u de basiskennis in uw vingers heeft.
Tot de volgende keer,
Kees