De juiste toon

We zetten de reeks over “het liegen van de werkelijkheid” vandaag weer voort.We hebben de vorige keer gezien dat je het ook wat deftiger kan noemen “transformatie van de realiteit door selectie en reductie”. Maar van deftige woorden   leer je in de regel weinig, dus ik beloof het zo simpel mogelijk te houden.   O ja, voor ik verder ga, als je in deze reeks afbeeldingen aantreft, is dat te danken aan Edo Hannema die me met raad en daad heeft bijgestaan. Ikzelf ben namelijk een oen (ook) op computergebied. Nu de praktijk nog.   Volgens mij bestaat een goed schilderij uit grote vormen en een beperkt toon- en kleurgebruik. Ik ben me ervan bewust dat dit een persoonlijke opvatting is, dus als je mijn woorden in twijfel trekt, kun je altijd nog naar een andere docent.   Laten we voorlopig de KLEUR even vergeten. Dat komt later.Ik wil het probleem GROTE VORMEN en BEPERKTE TONEN   wél beide behandelen omdat ze verband met elkaar houden. Ik ga deze reeks in een soort cursusvorm gieten, waarbij we geleidelijk, in een rustig tempo, resultaat bereiken. Stel we willen een gezicht op een stad met een wirwar aan huizen, auto’s en mensen schilderen. Waar begin je? Probeer ten eerste niet aan huizen, auto’s en mensen te denken, maar aan vormen. dus GEEN DINGEN maar VORMEN. Knijp daartoe je ogen wat samen zodat veel details wegvallen en je alleen de hoofdvormen in een bepaalde toonwaarde overhoudt. Versimpel daarbij de toonwaarden: een lichte, een donkere en een middentoon. Schets dit eerst op klein formaat met potlood, houtskool of zwarte verf of inkt.   Probeer daarbij vormen met gelijke toonwaarde met elkaar te laten versmelten tot een samenhangend toonwaardepatroon. Hoe lager het aantal geïsoleerde vormen hoe beter. Nog één advies: breng niet te veel nuances aan in zo’n toonvlak, dat zou het gewenste tooncontrast teniet doen.   

Kees

One thought on “De juiste toon

Geef een reactie